Rollen, pootje opheffen, kopje schuin houden … Doet jouw trouwe viervoeter het ook allemaal?

Wetenschappers van de Universiteit van Salford ontcijferden de belangrijkste gebaren waarmee honden met hun baasjes communiceren. Ze zijn minstens even schattig, maar hebben wel elk hun eigen betekenis. Lees ze snel hieronder, zodat jullie band nóg sterker wordt!

 

17 hondengebaren en hun betekenis

  1. Rollen op de rug: ‘Aai mijn buikje’
  2. Hoofd onder een object: ‘Geef me mijn speeltje’
  3. Hoofd naar voren bewegen: ‘Aai me’
  4. Op de achterpoten staan: ‘Ik wil spelen’
  5. Afwisselend van baasje naar object kijken: ‘Geef me dat’
  6. Achterpoten in de lucht: ‘Krab of aai me’
  7. Eén poot omhoog houden: ‘Geef me mijn speelgoed’
  8. Onder je benen kruipen: ‘Geef me mijn speelgoed’
  9. Speelgoed weggooien: ‘Ik heb honger’
  10. Op en neer springen: ‘Ik heb honger’
  11. Beide poten onder een ander object plaatsen: ‘Geef me een ander speeltje’
  12. Neus tegen je hand duwen: ‘Aai me’
  13. Aan je handen beginnen likken: ‘Aai me’
  14. Met twee voorpoten op je benen leunen: ‘Ik ben nieuwsgierig’
  15. Pootje laten rusten op je hand: ‘Ik wil spelen’
  16. Zacht in je arm bijten: ‘Ik wil spelen’
  17. Een object aanraken met één pootje: ‘Geef me mijn speelgoed’